Overtoom 245, 1054 HV, Amsterdam | [email protected] | +31.20.8899001

⟵ Rerug naar het artikel

Veel mensen denken dat dit gedrag typisch is voor een HPI-kind, maar dat is helemaal niet zo volgens een psycholoog

Volgens een recente peiling van het Observatoire de la Psychologie associeert 62% van de ouders prikkelbaar of teruggetrokken gedrag spontaan met hoogbegaafdheid bij kinderen.

De fascinatie voor het zogenoemde “HPI-kind” is in een paar jaar tijd uitgegroeid tot een maatschappelijk fenomeen. Waar vroeger slechts enkele specialisten zich over dit onderwerp bogen, wemelt het vandaag van online tests, fora en oudergroepen die elk gedrag analyseren op zoek naar signalen van uitzonderlijke intelligentie. Maar nieuwe verklaringen uit de psychologie halen deze overtuigingen onderuit en stellen dat veel van wat als typisch HPI-gedrag wordt gezien, in werkelijkheid heel andere oorzaken heeft.

Een etiket dat te snel geplakt wordt

In scholen en gezinnen groeit de neiging om opvallend gedrag meteen te koppelen aan hoogbegaafdheid. Een kind dat zich verveelt in de klas, dat vragen stelt buiten het curriculum of emotioneel reageert, zou volgens sommigen automatisch “HPI” zijn. Psycholoog Nicolas Gauvrit, verbonden aan de universiteit van Artois, nuanceert: “De meeste gedragingen die men als teken van hoog potentieel beschouwt, komen net zo goed voor bij kinderen zonder bijzonder cognitief profiel.”

Uit cijfers van het Franse ministerie van Onderwijs blijkt bovendien dat slechts 2 à 3% van de leerlingen officieel als hoogbegaafd wordt gediagnosticeerd — terwijl ruim één op vijf ouders denkt dat hun kind daarvoor in aanmerking komt. De kloof tussen perceptie en realiteit is dus aanzienlijk.

Het misverstand rond ‘moeilijk’ gedrag

Volgens klinisch psychologe Corentin Gonthier ligt de grootste verwarring bij gedragsproblemen. Ouders interpreteren prikkelbaarheid, slapeloosheid of weerstand tegen autoriteit vaak als tekenen van hoogbegaafdheid. In werkelijkheid kunnen zulke symptomen evengoed wijzen op stress, perfectionisme of zelfs leerproblemen.

  • Anxiëteit: vaak gevolg van druk of overprikkeling, niet noodzakelijk van intellectuele voorsprong;
  • Snel vervelen: kan duiden op onvoldoende uitdaging maar ook op concentratieproblemen;
  • Overgevoeligheid: komt evenveel voor bij kinderen met als zonder hoog potentieel.

Het onderscheid vraagt professionele diagnostiek via gestandaardiseerde IQ-tests (zoals WISC-V) en observatie door erkende psychologen. Een eenvoudige interpretatie op basis van gedrag leidt zelden tot betrouwbare conclusies.

De sociale factor die alles kleurt

Sociologen wijzen erop dat de populariteit van het HPI-label samenhangt met bredere maatschappelijke druk. In competitieve onderwijssystemen zoeken ouders verklaringen voor verschil in prestaties. Wie niet past binnen de norm, wordt al snel gezien als “anders”, liefst met een positieve connotatie. Het label HPI biedt daarin een geruststellend verhaal: het kind heeft geen probleem, maar loopt juist vooruit.

KinderenIk moest het jullie echt vertellen: deze kleuterjuf onthult aan ouders wat hun kinderen echt over hen denken en het is ongelooflijk

Tegelijkertijd ontstaan commerciële belangen: uitgevers brengen gespecialiseerde werkboeken uit, coaches bieden dure begeleidingstrajecten aan en scholen adverteren met programma’s voor ‘hoogbegaafden’. Volgens schattingen van de Franse federatie voor kinderpsychologie vertegenwoordigt deze markt inmiddels meer dan 40 miljoen euro omzet per jaar.

Waarom professionals waarschuwen

Psychologen waarschuwen dat verkeerde labeling risico’s inhoudt. Een kind dat ten onrechte als HPI bestempeld wordt, krijgt soms uitzonderingsposities of minder begeleiding bij echte moeilijkheden. Omgekeerd voelen sommige werkelijk begaafde kinderen zich onbegrepen omdat hun gedrag te weinig afwijkt van het stereotype beeld.

Categorie Mogelijke interpretatie door ouders Mogelijke realiteit volgens psycholoog
Snel boos worden Teken van intense emotie bij hoogbegaafdheid Teken van frustratie of gebrek aan structuur
Zich terugtrekken Droomwereld typisch voor creatieve geesten Moeilijkheden in sociale integratie of angststoornis
Leren lezen vóór zes jaar Duidelijk bewijs van HPI-niveau Kansrijke vroege stimulatie door omgeving

De grens tussen intuïtie en diagnose

Het kantelpunt ligt bij wie beslist om verder onderzoek te laten doen. De officiële aanbeveling luidt: pas na systematische observaties door leerkrachten én een eerste gesprek met een schoolpsycholoog mag men overwegen een testtraject te starten. Deze procedure voorkomt overdiagnoses en zorgt ervoor dat ondersteuning gericht blijft op concrete noden – cognitief, emotioneel of sociaal.

Daarbij benadrukken experts dat hoogbegaafdheid geen garantie biedt op succes noch bescherming tegen lijden. De mythe van het ‘geniale maar onbegrepen kind’ houdt hardnekkig stand omdat ze eenvoud brengt in complexe levensverhalen. Wetenschappelijke literatuur laat echter zien dat variatie binnen de groep HPI groter is dan tussen HPI- en niet-HPI-kinderen samen.

Naar een nuchterder kijk op uitzonderlijkheid

Onderwijsinstanties zoals het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) pleiten daarom voor meer feitelijke informatie richting ouders en leerkrachten. Niet elk opvallend gedrag vraagt een label; wel verdient elk kind aandacht op maat. Door gedrag niet langer automatisch te koppelen aan intellectueel potentieel maar aan context, kan men misverstanden voorkomen én beter begeleiden.

Binnen deze benadering verschuift de focus: niet het etiket telt, maar hoe men reageert op behoeftes – cognitieve stimulering waar nodig, rust wanneer mogelijk, en professionele evaluatie alleen als er reële aanwijzingen zijn.

© ShutterstockSpecialisten waarschuwen dat overhaaste interpretaties rond HPI meer kwaad dan goed kunnen doen – vooral bij jonge kinderen die nog volop hun identiteit vormen.

Geef je feedback

Beoordeel als eerste deze post
of laat een gedetailleerde recensie achter


Deel deze post nu!


64 beoordelingen op "Veel mensen denken dat dit gedrag typisch is voor een HPI-kind, maar dat is helemaal niet zo volgens een psycholoog"

Laat een recensie achter

64 meningen